vrijdag 3 oktober 2008

Ik moet een speech...



Ik moet een speech schrijven voor de directeur en daarom heb ik met haar een voorgesprek. Ik vertel haar dat het mij logisch lijkt de speech op te fleuren met een mooie foto van een rivierlandschap. Zij vindt dat ik er maar voor moet zorgen dat die foto als een enorm spandoek helemaal om de Stopera heen hangt. Hoe krijg ik dát voor elkaar in de twee dagen die ik nog heb?

Kennelijk is het me gelukt want het is zover. De directeur staat achter het spreekgestoelte en door het raam kijken we uit op de Stopera die er in het volle zonlicht prachtig bijstaat, zo ingepakt in een spandoek met daarop de reusachtige rivier.

Ik overhandig de directeur de door mij voorbereide speech, die op een kwart A4tje past. Ze kijkt me wat ongelovig aan en sist onhoorbaar voor het inmiddels toegestroomde publiek: "Is dit alles?". We doen een stapje achteruit, van het podiumpje af waarop het spreekgestoelte geplaatst is. "Ja," zeg ik. "Je begint dus met Marsman. Dat ken je toch zeker uit je hoofd? En dan volg je de redeneerlijn die ik hier uitgewerkt heb. Het was toch zeker niet de bedoeling dat ik je woordelijk voor zou schrijven wat je moet zeggen?"

Ze knikt, stapt het podium weer op, tikt op de microfoon, schraapt haar keel en begint te praten. Maar wat gek, ze begint helemaal niet met Marsman, maar met een of ander lulverhaal over hoe fijn het is dat er, ondanks de extra bezuinigingen die deze week zijn afgekondigd, toch zoveel collega's aanwezig zijn om de presentatie bij te wonen.

"Waarom begint ze niet gewoon?" fluister ik een collega in het oor. Hij fluistert terug dat de pers er nog niet is, dus dat ze op deze manier een beetje uitstel probeert te kopen. Dan gaat de deur open en komt er een cameraploeg binnen. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, schakelt de directeur middenin een zin over naar Marsman, en pikt er de tweede regel uit: "... traag door oneindig laagland gaan". Alsof ze net begonnen was.

"Meesterlijk!" denk ik. "Die moet ik onthouden."

Geen opmerkingen: