zondag 12 oktober 2008

Als ik wakker word...



Als ik wakker word, bevind ik me in een grote vierkante kamer met veel glanzend gewreven donker houten meubels. Zo ook het bed waarin ik lig.

Tegenover me zijn grote hoge ramen waarvan de vitrages aan de binnenkant gesloten zijn maar de zware gordijnen (donkerblauw/donkerrood? het is te duister in de kamer om dat goed te kunnen zien) worden met een gordijnkoord opzij gehouden. Aan de buitenkant van de ramen zijn er luiken, die zijn gesloten. Het licht dat door de kieren in de luiken naar binnen schijnt laat me zien dat buiten de zon schijnt. Maar er is ook een schaduw, waarvan ik me realiseer aan de manier waarop die door de wind bewogen wordt, dat het een vlag moet zijn. Dat is waar ook, ik slaap vannacht in de ambassade.

Aan mijn voeteneinde staat een ovalen tafel, met daarop een gebroken wit, grof linnen tafellaken waaronder ik paperassen vermoed, gezien de stukjes papier die hier en daar onder de randen uitsteken. Naast en tussen de ramen staan allerlei met fluweel beklede stoelen.

Links naast het bed bevindt zich de deur naar de gang en aan de linkermuur is vlak bij de raamkant een doorgang naar de badkamer. Ik stap uit bed en loop de badkamer in. Op het moment dat ik op het toilet zit, valt het me op dat de luiken hier niet gesloten zijn en dat zich aan de andere kant van het venster een kantoor bevindt, waarin een aantal mensen aan het werk is. Ze zwaaien vriendelijk terwijl ik enigszins gegeneerd mijn ding doe. Godzijdank heb ik wel mijn blauwe nachthemd aan.

Als ik terug in het bed klim liggen tussen het beddengoed allemaal speelkaarten. Wat vreemd. Ook ligt er een fotoboek. Ik blader het boek van achter naar voren door. Er zitten allemaal foto's in waarop mijn collega's staan. Ook zitten er geboortekaartje in het album, zo ook die van mijn oudste kind. Vol ontroering kijk ik ernaar. Als ik voorin het album ben aangekomen, zie ik dat collega T daar een kaartje heeft gestopt waarop staat: "Als jullie toch ruzie gaan maken om wie de baas mag worden, dan ga ik wel weg. Ik heb een baan gevonden waarbij ik het gebruik van bestrijdingsmiddelen op verharde ondergronden ga handhaven. Ik wens jullie het allerbeste. T."

Ik huil me de ogen uit de kop. T mag niet weggaan! Als er iemand is die weg moet gaan, dan ben ik het wel!

Geen opmerkingen: