dinsdag 11 januari 2011

We rijden over een smalle...



We rijden over een smalle kade. Sjaak moet moeite doen om niet te dicht bij de kant te komen. Dan komt er achter ons iemand aangescheurd, die met groot licht duidelijk maakt dat dat hij haast heeft. Als Sjaak niet snel genoeg naar rechts gaat, besluit de automobilist ons rechts in te halen. Daarvan schrikt Sjaak zo erg dat hij naar links uitwijkt. De auto scheurt ons voorbij.

Door de manoeuvre komt Sjaak gevaarlijk dicht bij de linkerrand van de kade. Het linkervoorwiel glijdt over de rand en daar gaan we, het water in!

Door de schok zijn mijn gedachten een paar momenten helemaal blanco. Daarna denk ik alleen nog maar: eruit, hoe komen we hieruit! Ik probeer het raampje naar beneden te doen, maar dat reageert niet. Het lukt me uiteraard ook niet de deur te openen. Waarom hebben we niet zo'n hamertje om de ruiten in te tikken in de auto liggen denk ik, terwijl de auto langzaam steeds dieper in het water wegzakt. Dat gaat sneller naarmate de auto verder begint vol te lopen.

Waar is Sjaak? Kan hij niets bedenken om ons te redden? Ik kijk naast me, maar Sjaak zit in elkaar gezakt op de stoel. Is hij buiten westen? Ik maak de gordels los, zodat we met onze gezichten lang mogelijk in de bubbel lucht die nu nog alleen maar bovenin de auto aanwezig is kunnen ademen.

Als het water mijn lippen raakt weet ik dat het einde nabij is.